Het opzettelijk, herhalend en doordacht aanwakkeren van angst of lichamelijk ongemak (denk bijvoorbeeld aan harde rukken aan de riem, schreeuwen, tikken, knietjes, hakjes, op de hond inlopen, etc.) tijdens de omgang met honden is niet aan te raden. Sterker nog, dit kan zelfs onveilig zijn, omdat dit naast bevriezing, vermijding en vluchtgedrag ook agressief gedrag kan aanwakkeren.

Behalve dat het de relatie tussen hond en mens kan beschadigen, kan het ook het welzijn van honden aantasten. Intimiderende (angst-opwekkende) omgangsvormen verhogen de kans op agressieve reacties en probleemgedrag.

Hoe komt het dan toch dat zo veel mensen angst- of ongemak-opwekkende straf toedienen bij honden, ook al is er genoeg kennis beschikbaar over de risico’s?

In plaats van mensen aan te vallen of te veroordelen, lijkt het mij interessanter om begripvol op deze vraag in te gaan vanuit het menselijke perspectief. Mensen worden in hun gedrag namelijk ook aangestuurd door emoties en zij worden hierbij ook gemotiveerd door bepaalde gevolgen. Veel mensen vinden het heel erg moeilijk om aan te nemen, maar: mensen zijn ook dieren.

Hieronder omschrijf ik vijf redenen die zouden kunnen verklaren waarom het op een onaangename manier straffen van honden zo populair is onder mensen.

1. “Mijn hond kan het hebben” – de tolerantie van honden

De meest overduidelijke reden dat mensen zo reageren op hun honden is het feit dat veel honden verbazingwekkend tolerant lijken te zijn. Als elke hond direct vol agressie zou reageren bij het ontvangen van een tik of een harde schreeuw in hun gezicht, bijvoorbeeld, dan zou men er eerder bedenkingen bij krijgen. Heel veel mensen hebben niet door dat zij angst of ongemak aanwakkeren bij hun honden. Veel honden reageren alleen met subtiele signalen van ongemak (i.c.m. stress). Signalen die door de meeste mensen compleet worden gemist. Men neemt negatieve ervaringen bij de hond niet- of nauwelijks waar.

Sommige honden lijken in hun uitingen zelfs ongevoelig te raken door de veelvuldige harde rukken tegen hun keel of de vele toegediende tikken die zij te verduren krijgen. Dit kan komen doordat deze honden na verloop van tijd zijn gestopt met communiceren, omdat hun signalen altijd genegeerd zijn.

Lang niet elke hond die angst of ongemak ervaart, reageert met agressie.

Daarnaast is het ook van belang om te benadrukken dat niet elke hond die angst of ongemak ervaart ook per definitie direct wordt aangetast in het welzijn. Het hangt af van de hevigheid, de situatie en van het individu. Doordat dit genuanceerd ligt (welzijn is immers iets wat individueel wordt beleefd en individueel zou moeten worden beoordeeld), is het lastiger om mensen te overtuigen dat het aanwakkeren van angst of ongemak sterk af te raden valt.

2. De menselijk reactie levert de straffer een beloning op – Beloond gedrag zal worden herhaald/bekrachtigd

Tijdens de bestraffende reactie van mensen zal een hond 9 van de 10 keer schrikken en stoppen met waar hij mee bezig was (angst of ongemak zet bevriezing en vermijding in als overlevingsmechanisme). Doordat er direct een reactie optreed, wordt de straffer direct beloond voor zijn gedrag. Hierdoor kunnen sommige mensen het aanwakkeren van angst en ongemak steeds vaker en intensiever gaan inzetten. Het loont. Beloond gedrag wordt ook bij mensen herhaald en versterkt.

3. Dergelijke menselijke reacties op gedrag zijn reactief

Het omvat het reageren op gedrag wat je wilt onderbreken/stoppen. Men neemt het eerst waar en vervolgens wordt er op gereageerd. Dit maakt het laagdrempeliger dan wanneer je moet anticiperen op het gedrag van een hond. Het verdiepen in wat een hond motiveert en het voorkomen van zelfbeloning of het voorspellen en op tijd kunnen ombuigen van gedrag, kost vaak meer kennis dan het reageren op gedrag wat een hond op dat moment laat zien. Dat de reactietijd van mensen vaak (veel te!) traag is in relatie tot de uiting van het ongewenste gedrag, neemt men op de koop toe.

4. Het lucht op/het is een uiting van emotie

Het levert niet alleen effect, maar het is ook een manier om onze eigen frustratie kwijt te raken. Het betreft in de meeste gevallen emotie gedreven agressie van mensen. Boos worden lucht op. De straffer ergert zich aan het ongewenste gedrag en uit die frustratie bijvoorbeeld via een woedende schreeuw of een agressieve ruk aan de riem. Het uiten van die frustratie gedreven agressie lucht enorm op. In combinatie met het onderbreken/stoppen van het ongewenste gedrag, wordt dit prettige gevoel aangesterkt.

NB er kan ook sprake zijn van angst gedreven agressie van mensen, waarbij een mens schrikt en vervolgens de stem verheft. Reageren met straf is in verreweg de meeste gevallen dus een uiting van emotie die mensen opluchting biedt.

5. Het zit in de aard van de mens

We kunnen er niet omheen. Wanneer je kijkt naar de ontwikkeling van menselijk gedrag, dan zul je ontdekken dat straf en hiërarchie een diepgewortelde basis vormen binnen ons bestaan. Er is geen dier dat meer voldoening lijkt te halen uit het onderdrukken en denigreren van soortgenoten, dan de mens. Mensen zijn van nature ook gevoelig voor macht en status. Mensen zijn zelf ook vrij agressieve dieren (kijk naar onze geschiedenis, die liegt er niet om). Mensen houden ook van autoritaire trekjes. Mensen projecteren deze innerlijke gevoelens maar al te graag op andere diersoorten, zo ook bij honden (een mooi voorbeeld hiervan is de dominantie theorie).

Alle maatschappijen, inclusief ons complete rechtsysteem werken met straf. Ongewenst gedrag levert mensen waarschuwingen, dreigementen, boetes en soms nog zwaardere sancties op. Straf werkt bestraffend gedrag in de hand. Iemand die in zijn leven veel is gestraft, heeft een grotere kans om zelf ook aanhanger te worden van een bestraffende aanpak. Daarnaast lokt agressie ook vaak agressie uit, zowel bij de ontvanger als bij degene die het toedient. Het versterkt elkaar.

Tussen mensen onderling is er al wonderlijk veel verbeterd en treedt er nog steeds waanzinnige verbetering op, naarmate wij ons verder ontwikkelen lijkt het belang van welzijn ook steeds verder te stijgen. Zo ben ik er van overtuigd dat het ook tussen mensen en honden zal blijven verbeteren. Ongewenst gedrag voorkomen door te anticiperen of tijdig te doorbreken aan de hand van positieve verwachtingen wordt steeds vaker verkozen boven het aanwakkeren van angst of ongemak. Op hondenscholen ligt de focus ook steeds meer op belonen, aanleren en het aanwakkeren van ‘verlangen’ in plaats van ‘angst’ (wil je meer lezen over de krachtige invloed van emoties op gedrag, klik hier). Ook zie ik steeds meer honden aan een comfortabel tuig aangelijnd worden, in plaats van aan traditioneel corrigerende middelen (zoals bijvoorbeeld prikbanden, slipkettingen of sliplijnen). Deze positieve ontwikkeling zet zich voort.

Tegelijkertijd vind ik het heel erg belangrijk om wel te kunnen begrijpen waarom mensen zich op bepaalde manieren gedragen en waarom zij op bepaalde manieren reageren en met hun honden omgaan. Het gaat veel verder dan goed of fout. Het is een complexe wisselwerking waarbij er vele factoren meespelen en waarbij het opdoen van kennis en ontwikkeling nog steeds gaande is. Één ding mag nooit vergeten worden: mensen zijn ook dieren.