Mensen die samenleven met echte jagers weten waar ik het over heb. Dat moment dat je in de verte plots een hoog opgewonden blafje hoort die zich razendsnel verplaatst. Je herkent het, het is jouw hond. “O nee he,..de jachtblaf..”.

Het enige wat je nu kunt doen is proberen in te schatten waar de hond zich precies bevindt, zelf in de buurt blijven, zorgen dat de hond je kan horen en wachten. Wachten tot de hond weer open staat voor andere prikkels, want wanneer een jachthond vol in de achtervolging zit, ben je te laat. Op zo’n moment heeft de potentiële prooi ALLE aandacht. Gelukkig is dit tijdelijk en komt er altijd weer een punt waarop de hond weer open staat voor contact.

Het kan soms een flinke uitdaging zijn om met een jachthond samen te leven, met name wanneer het aankomt op wandelen. Er speelt vaak een groot dilemma rondom de vraag of je de hond los kunt laten lopen of niet. Wat zijn de risico’s en hoe groot zijn ze? Is het wandelgebied omheind? Is er veel wild aanwezig (wild zou niet verstoord moeten worden). Wat is de huidige “modus/bui” van mijn hond en hoeveel invloed heb ik nog op zijn gedrag?

Hieronder vijf tips voor mensen die wandelen met jachthonden.

1. Management
Gebruik de invloed die jij hebt op de omgeving waar jij de hond aan blootstelt. Als mens ben je de hond een stapje voor in de zin dat jij kunt inspelen op de omgeving. Jij bepaalt waar de hond komt en jij hebt controle over de vrijheden van de hond. Jij kunt risico’s inschatten en jij kunt de signalen van de hond leren kennen waardoor je de gevolgen van het jachtinstinct voor kan zijn. Doe hier je voordeel mee en maak soms de juiste en meest verantwoordelijke beslissing door je hond preventief aan te lijnen of door te kiezen voor een veilig wandelgebied.

2. Gebruik de juiste hulpmiddelen
De belangrijkste hulpmiddelen die je altijd bij je zou moeten hebben als je met een jachthond gaat wandelen zijn een comfortabel tuig en een lange lijn. Het borststuk van het tuig heeft het liefst een Y vorm met een prettige verdeling van druk op de borst, is “ontsnapping-proof” en heeft geen lussen die uitsteken (ook niet boven op de rug), zodat je het tuig eventueel ook kunt aanlaten wanneer de hond los loopt en de hond niet met het tuig achter iets kan blijven haken.

Ik adviseer het gebruik van een lange lijn (ideale lengte van 5m, geen flexi), omdat je een hond daarmee voldoende vrijheid kunt geven. Ook aangelijnd kan een hond nog waanzinnig genieten van een wandeling, mits je de hond ruimte geeft. Loop eens op het tempo van de hond, blijf staan wanneer de hond blijft staan en laat de hond eens richting bepalen. Ga spoorzoeken met je hond. Hoe meer je de hond laat snuffelen, hoe meer de hond mentaal gestimuleerd zal worden, wat grote voldoening kan geven. Er zijn mooie wandelgebieden waar een aanlijnplicht geldt. Daar hoeft de aangelijnde hond geen loslopende honden tegen te komen en kan de hond uitgebreid snuffelen terwijl jij zonder al te veel zorgen kan genieten van de natuur.

Heeft jouw hond het echt nodig om te sprinten en los te gaan, maar is het jachtinstinct zeer heftig aanwezig en niet te managen? Neem dan geen risico en zoek een veilig omheind wandelgebied met weinig wild, waar je de hond zorgeloos los kan laten. Soms moet je hier een stuk voor rijden, maar het is het meer dan waard.

Gebruik NOOIT hulpmiddelen die een hond fysieke of psychische schade zouden kunnen toebrengen, zoals bijvoorbeeld een stroomband. (Klik hier om te lezen waarom je hier nooit aan moet beginnen).

3. Ga trainen & wandel interactief
Training kan bij jachthonden een remmend effect hebben op het jachtinstinct. Doordat je de hond iets anders te doen geeft tijdens het wandelen, is hij minder snel geneigd om een “eigen feestje te bouwen” en op jacht te gaan. Leer je hond op een fijne manier oefeningen aan en blijf deze oefeningen herhalen op alle locaties. Geef je hond leuke opdrachten tijdens de wandeling, waardoor je de hond motiveert om met jou bezig te zijn in plaats van met jagen. Belangrijke oefeningen om aan te leren zijn oogcontact, op een plaats wachten en natuurlijk het hier komen, maar ook zoekspelletjes (voertjes zoeken in het hoge gras, bijvoorbeeld) en apporteren kunnen honden erg veel plezier (en afleiding) geven tijdens een wandeling. Honden werken over het algemeen heel graag voor voer en/of spel. Maak hier gebruik van en versterk de band tussen jou en de hond.

4. Goede timing
Leer de lichaamstaal van jouw hond kennen, zodat je kunt inschatten wanneer jouw hond nog open staat voor contact en wanneer het punt aankomt dat de hond ‘in de jacht schiet’. Uiteraard kun je dit niet altijd voorkomen (bijvoorbeeld, wanneer er uit het niets een haas of konijn voor de hond wegschiet), maar vaak verklapt bepaald gedrag van de hond al dat hij zijn focus naar het jagen begint te verleggen (gespannen snuffelen, sluipen, pootje heffen, het draaien van het hoofd om beter te horen, snellere ademhaling, iets verstijfder bewegen, etc..). Zodra je vermoed dat de eerste signalen opkomen, is het verstandig om over te gaan op management en training (invloed uitoefenen, oefeningen in gang zetten of aanlijnen).

Probeer bij het oefenen de signalen vooral goed te timen, op een moment dat de hond nog open staat voor contact en er een grote kans is op slagen. Zodra een hond echt volledig ‘in de jacht schiet’ heeft roepen/signaleren geen zin meer, dan ben je te laat. Een goede timing is dus van groot belang en is tegelijkertijd ook de grootste uitdaging.

5. Belonen, belonen, belonen!
Het kan niet vaak genoeg herhaald worden: beloon de hond voor gewenst gedrag. Jachthonden moeten extra overdreven gemotiveerd worden om bij jou te komen. Ga je wandelen, loop dan ALTIJD met voer op zak. Ik heb het dan niet over droge brokjes, maar echt het lekkerste van het lekkerste (en de hond bepaald wat dat is, dus test eerst de reacties van de hond op diverse lekkernijen). Komt je hond uit zichzelf bij jou ‘inchecken’, geef direct iets lekkers en prijs je hond de hemel in. Roep jij de hond op een goed getimed moment en komt de hond naar jou toe, beloon! Was de hond druk aan het graven en kiest hij er voor om het hol te verlaten om naar jou toe te komen, strooi een hand vol lekkers op de grond. Ga je de hond aanlijnen, strooi dan eerst wat lekkers op de grond en lijn de hond aan terwijl hij het voer eet (grijp nooit naar het tuig van de hond, maar lijn altijd subtiel aan in combinatie met lekkers, om negatieve associaties te voorkomen). Beloon daarna nog een keer voor met jou meelopen. Het kan niet vaak genoeg.

Er wordt vaak geadviseerd om beloningen af te bouwen, omdat honden beter zouden reageren op het principe van de gokautomaat (de ene keer wel prijs, de andere keer niet). Dit kun je proberen, maar mijn ervaring is dat het bij jachthonden met een zwaar jachtinstinct niet zo werkt. Eén keer niet belonen is voor sommige jagers al reden om de volgende keer hun neus op te halen. De buitenwereld beloont namelijk wel altijd. Voor jachthonden adviseer ik alleen het wisselen van de soort beloning (de ene keer geef je iets heel lekkers en andere keren, wanneer er minder afleiding was, geef je iets minder bijzonders), maar blijf belonen. Een jachthond moet zijn leven lang beloond worden voor het komen. Alleen dan heb je kans op een gemotiveerde hond die het terugkomen naar jou leuker vindt dan als een gek achter een haas aan rennen.

Straf een hond nooit voor het niet (op jouw tijd) reageren op jouw signalen. Het enige wat straffen oplevert is schade aan de band die je met de hond hebt. Een hond straffen omdat hij pas na een uur bij jou terugkomt, bijvoorbeeld, is nog steeds een hond straffen voor het komen. Komen wordt daarmee negatief beladen, dus ook al ben je van binnen compleet gefrustreerd, totaal uit je dak van woede of waanzinnig geschrokken, blijf de hond altijd belonen wanneer hij terugkomt.

Het kan een behoorlijke uitdaging zijn, maar vergeet vooral niet om ook te genieten van jachthonden die plezier hebben. Jagen is natuurlijk gedrag en kan in sommige gevallen een heel erg mooi schouwspel voortbrengen. Denk bijvoorbeeld aan een hond die anderhalve meter de lucht in springt en als een vos in het gras landt op de voorpootjes. Ik vind dat persoonlijk erg mooi om te zien.