Blog Image

Leesvoer

HondenLot Blog


Een fijne jaarwisseling?

Training en Gedragstherapie Posted on 30 dec, 2015 21:17

Over bovenstaande foto: Mijn uitdrukking staat hier op een mengsel van geïrriteerdheid en bezorgdheid. Ik ben geïrriteerd met het vuurwerk wat momenteel illegaal wordt afgestoken en bezorgd over Sheriff. Zij is op mijn schoot geklommen en dicht tegen mij aangekropen. Zij heeft haar kop op mijn knie neergelegd en kijkt ondertussen met een licht panische blik voor zich uit. Haar ogen staan wijd open, je ziet het wit rond haar ogen, haar oren staan naar achteren, haar pupillen zijn vergroot, er staat een frons op haar voorhoofd. Allemaal aanwijzingen die duiden op angst.

Tja…het is 30 december. Buiten dwalen er al dagen mensen rond die kikken op explosies en flitsen, maar vooral op de hardste knallen. Wat kan ik hier aan doen?
Aan het feit dat er vuurwerk afgestoken wordt niets, dat is een politieke kwestie waar alleen de overheid iets aan kan doen. Ik hoop zelf natuurlijk heel erg op een particulier vuurwerkverbod, maar meer kan ik niet doen. Wat kan ik doen om het voor Sheriff aangenamer te maken?
Dit is mijn to do list:

*Creëer een plek in huis waar de hond zo veel mogelijk comfort, vertrouwen en veiligheid aangeboden krijgt.
Op deze plek wordt ze nooit verstoord en hier krijgt ze al het lekkers en leuks aangeboden. De kluifjes, de gevulde kongs, de gevulde honden-voer-puzzels, al haar speeltjes, etc. Zo koppelt zij een positief en hopelijk ook een veilig gevoel aan deze plek. Deze plek is altijd toegankelijk en open voor gebruik op eigen initiatief.

*De eerste sporadische knallen alvast ‘leuk’ maken.
Wanneer het nog relatief rustig is, dan grijp ik elke sporadische knal of hard geluid aan om een feestje te bouwen. Knal=jeej, koekje of spelen. Dit doe ik het hele jaar door al (want in mijn buurt wordt het hele jaar door wel sporadisch vuurwerk afgestoken) en dat heeft op die knallen zeker al een geweldig effect. Ze kijkt hier niet meer van op. Pas als de jaarwisseling nadert, dan wordt het haar te veel.

*Ga aan de slag met het oefenen van leuke zoekspelletjes en het aanleren van hondenpuzzels.
Denk niet dat een hond meteen kan puzzelen, ga dit oefenen. Zo ga je samen uitzoeken hoe je het lekkers kan vinden. Dit vergroot haar zelfvertrouwen en versterkt onze band. Ook kan het bijdragen aan het uitvoeren van puzzels ter afleiding tijdens de luidste knallen. Puzzels, kluiven, voertjes zoeken, elke afleiding is welkom, maar dan moet de hond hier wel voor open staan. Wanneer de angst heel groot is, zal een hond helaas niet willen puzzelen of eten.

*Moet je naar buiten, doe dan de check, check, dubbel-aanlijn-check!
Een tuig met penning waar ze niet uit kan ontsnappen, een halsband met extra penning. Ze is gechipt en haar chipgegevens kloppen. De lijn wordt eerst flink om de pols gebonden en we houden de lijn met twee handen vast. (je zou eventueel nog dubbel kunnen aanlijnen, zowel aan de halsband als aan het tuig) De lijn tussen mij en de hond houd ik zo veel mogelijk slap (niet kort, niet strak), maar toch ben ik achterin mijn hoofd wel voorbereid op het feit dat ze plots in vluchtmodus zou kunnen schieten en dan mag ze NIET losraken. In de wijk gaan we alleen naar buiten voor de behoeftes, daarna zo snel mogelijk weer naar binnen. Bij angstig of vluchtgedrag gaan we ook zo snel mogelijk weer naar binnen.

*Ik blijf thuis!
Jammer, maar ik kan niet naar mijn vrienden en ik kan niet naar de feestjes. Mijn hond heeft mij nodig wanneer ze bang is. Als ik haar alleen zou laten dan is dat niet alleen vele malen stressvoller voor haar, het zou ook een perfect recept kunnen zijn voor het ontwikkelen van verlatingsangst.

*Doe er alles aan om het vuurwerkfenomeen te dempen.
De gordijnen gaan dicht, de muziek of TV gaat iets harder aan dan normaal en wij reageren zelf op geen enkele knal. We maken er eigenlijk een zo normaal mogelijke avond van en gaan niet hyper lopen doen wanneer de klok 12 uur slaat.

*Bied steun!
Dit is zo belangrijk: een angstige hond die steun zoekt, bied je steun. Dat betekent dat ze dicht tegen mij aan mag kruipen als dat haar nodig lijkt. Ze mag op schoot als ze aangeeft dat ze hier behoefte aan heeft. Ik beantwoord haar vraag naar steun positief met rust, vertrouwen en zachte massage. Ik ga haar niet overdreven lopen vertroetelen en doen alsof het allemaal heel erg is, nee, ik blijf zelf neutraal, haal rustig adem en spreek haar rustig toe. Steun bieden is iets anders dan het gedrag actief belonen. Daarbij is het goed om te weten dat je angst niet kunt belonen. Voor wie meer wil lezen over angst klik hier.

*Zoek professionele hulp om je hond te laten behandelen voor fonofobie.
Op dit moment ben ik zelf gedragstherapeut in opleiding, dus ik heb waarschijnlijk meer kennis dan een gemiddelde hondenliefhebber, maar dat maakt mij nog geen professional. Wij hebben voor Sheriff de hulp ingeschakeld van een veterinaire gedragsdeskundige en ontvangen inmiddels deskundige begeleiding. Ook kan ik advies vragen bij gediplomeerde gedragstherapeuten.

Volgend jaar gaan wij met Sheriff aan de slag met een behandelplan voor fonofobie. Dit is iets waar je zeer op tijd mee moet beginnen. In december ben je dus te laat.

Op de Engelse website, Dog Trust, bieden specialisten geluidsopnamen aan ter download die perfect schijnen te werken bij een behandelplan. Het is gratis beschikbaar. Klik hier

Via deze link (klik hier) kun je ook het bijbehorende boekje downloaden met aanvullende informatie.

Hier staat onder andere uitgelegd dat je bij het afspelen van het speciaal geselecteerde geluidsmateriaal, de speakers bij je ramen zal moeten installeren. De hond mag niet doorhebben dat jij het aan of uitzet, dit om het zo ‘echt’ mogelijk te laten lijken. Met behulp van systematische desensitisatie (je begint dan op een zeer zacht volume en kan pas harder wanneer de hond geen stress-signalen laat zien) en counter conditionering (het losmaken van de koppeling geluid=eng en het aanmaken van de koppeling geluid=leuk en fijn). Hiermee zullen we zeer waarschijnlijk vanaf februari aan de slag gaan.

Ik wens iedereen een hele fijne jaarwisseling en ik hoop volgend jaar een positievere foto te kunnen plaatsen!! 🙂



Heb jij een echte waakhond?

Training en Gedragstherapie Posted on 29 nov, 2015 11:22

Het is iets wat ik regelmatig lees en hoor: “Onze hond is erg waaks..” of “Mijn hond is heel erg beschermend..”. Wanneer je mensen vervolgens vraagt om het bijbehorende gedrag te omschrijven, dan betreft het in de meeste gevallen honden die agressief gedrag uiten bij de benadering van vreemden. Denk aan bezoek dat het huis binnenkomt, of aan passerende vreemden op straat. De ‘beschermende’ hond houdt alles strak in de gaten en begint plots hard te blaffen, grommen en hapt misschien zelfs in de lucht (snappen) wanneer vreemden (te) dichtbij komen. Soms zie je deze honden ook borstelen (rugharen staan omhoog) en uit balans op hun poten staan (naar voren leunend of juist naar achteren hangend). Veel mensen noemen dit hondengedrag ‘waaks’.
Ik begrijp deze woordkeuze best, want deze honden zijn op een bepaalde manier inderdaad erg waakzaam wanneer zij aanslaan bij het zien van vreemden.

Woorden als waakhond en waaks hebben naar mijn mening echter een veel te stoere en doordachte bijklank. Dit kan in sommige gevallen zeer misleidend zijn. Ik denk bij deze woorden al gauw aan een dappere, gespierde bewaker die zelfverzekerd voor de poort staat. Ik vraag mij dan af: zijn deze zogenaamde ‘waakse’ honden wel bewust bezig met bewaking of proberen zij vooral zichzelf te beschermen, omdat zij zich bedreigd voelen? Betreft het niet eerder een agressieve reactie die voortkomt uit angst?

Misschien is het goed om te realiseren en benadrukken: waakzaamheid is iets waar je behoefte aan hebt wanneer je je bedreigd voelt. Mensen of locaties die extra bescherming nodig hebben, nemen bewakers in dienst. Deze bewakers zijn goed voorbereid en getraind om alert te zijn en om eventuele dreigingen buiten de poort te houden. Is dit ook waar de woest blaffende hond bij de voordeur mee bezig is? Ik vrees van niet. De meeste honden die woest uitvallen, zijn niet waaks, maar bang. Honden die non stop op hun hoede zijn en alles strak in de gaten willen houden, zijn niet bezig met bewaken, maar zij voelen zich bedreigd.

De meest voorkomende onderliggende oorzaak voor agressie bij honden is angst. Agressie wordt vooral door honden ingezet die zich dermate bedreigd voelen dat zij geen andere uitweg zien dan vechten. Honden gebruiken agressie om te communiceren dat de afstand tussen henzelf en de trigger veel te klein is. Agressie bij honden moet gezien worden als een serieuze waarschuwing met als strekking: “BLIJF UIT MIJN BUURT!”
Met uitingen als blaffen, grommen en snappen, proberen honden verdere escalatie (aanvallen en bijten) te voorkomen.
Wanneer dit succes oplevert (denk aan een postbode die iets in de brievenbus komt doen en die vervolgens weer verder loopt), dan zal een hond gemotiveerd worden om dit gedrag te gaan herhalen. Zo kan agressief gedrag, wat ontstaat uit een angstreactie, zich ontwikkelen tot agressie die ogenschijnlijk zelfzeker overkomt (bijvoorbeeld met een verhoogde staart en de oren naar voren), maar die alsnog in de basis wordt aangestuurd door de emotionele reactie: angst.

Het is mede hierdoor dat ik persoonlijk geen voorstander ben van het gebruiken van het woord ‘waaks’ bij honden die agressie tonen naar vreemden. Er zijn namelijk heel erg veel mensen die denken dat zij enorm dappere waakhonden in huis hebben, terwijl deze honden eigenlijk bang zijn en een angstreactie tonen.

Wanneer dergelijk gedrag als een probleem ervaren wordt adviseer ik om hulp in te schakelen van een gediplomeerde, gecertificeerde en up to date (!!) bijgeschoolde hondenprofessional. Zij zullen de juiste diagnose kunnen stellen en ondersteuning kunnen bieden voor een oplossing die ook het welzijn van de hond ten goede komt.



Wandelen met een jachthond – vijf tips!

Training en Gedragstherapie Posted on 15 aug, 2015 19:35


Mensen die samenleven met echte jagers weten waar ik het over heb. Dat moment dat je in de verte plots een hoog opgewonden blafje hoort die zich razendsnel verplaatst. Je herkent het, het is jouw hond. “O nee he,..de jachtblaf..”.

Het enige wat je nu kunt doen is proberen in te schatten waar de hond zich precies bevindt, zelf in de buurt blijven, zorgen dat de hond je kan horen en wachten. Wachten tot de hond weer open staat voor andere prikkels, want wanneer een jachthond vol in de achtervolging zit, ben je te laat. Op zo’n moment heeft de potentiële prooi ALLE aandacht. Gelukkig is dit tijdelijk en komt er altijd weer een punt waarop de hond weer open staat voor contact.

Het kan soms een flinke uitdaging zijn om met een jachthond samen te leven, met name wanneer het aankomt op wandelen. Er speelt vaak een groot dilemma rondom de vraag of je de hond los kunt laten lopen of niet. Wat zijn de risico’s en hoe groot zijn ze? Is het wandelgebied omheind? Is er veel wild aanwezig (wild zou niet verstoord moeten worden). Wat is de huidige “modus/bui” van mijn hond en hoeveel invloed heb ik nog op zijn gedrag?

Hieronder vijf tips voor mensen die wandelen met jachthonden.

1. Management
Gebruik de invloed die jij hebt op de omgeving waar jij de hond aan blootstelt. Als mens ben je de hond een stapje voor in de zin dat jij kunt inspelen op de omgeving. Jij bepaalt waar de hond komt en jij hebt controle over de vrijheden van de hond. Jij kunt risico’s inschatten en jij kunt de signalen van de hond leren kennen waardoor je de gevolgen van het jachtinstinct voor kan zijn. Doe hier je voordeel mee en maak soms de juiste en meest verantwoordelijke beslissing door je hond preventief aan te lijnen of door te kiezen voor een veilig wandelgebied.

2. Gebruik de juiste hulpmiddelen
De belangrijkste hulpmiddelen die je altijd bij je zou moeten hebben als je met een jachthond gaat wandelen zijn een comfortabel tuig en een lange lijn. Het borststuk van het tuig heeft het liefst een Y vorm met een prettige verdeling van druk op de borst, is “ontsnapping-proof” en heeft geen lussen die uitsteken (ook niet boven op de rug), zodat je het tuig eventueel ook kunt aanlaten wanneer de hond los loopt en de hond niet met het tuig achter iets kan blijven haken.

Ik adviseer het gebruik van een lange lijn (ideale lengte van 5m, geen flexi), omdat je een hond daarmee voldoende vrijheid kunt geven. Ook aangelijnd kan een hond nog waanzinnig genieten van een wandeling, mits je de hond ruimte geeft. Loop eens op het tempo van de hond, blijf staan wanneer de hond blijft staan en laat de hond eens richting bepalen. Ga spoorzoeken met je hond. Hoe meer je de hond laat snuffelen, hoe meer de hond mentaal gestimuleerd zal worden, wat grote voldoening kan geven. Er zijn mooie wandelgebieden waar een aanlijnplicht geldt. Daar hoeft de aangelijnde hond geen loslopende honden tegen te komen en kan de hond uitgebreid snuffelen terwijl jij zonder al te veel zorgen kan genieten van de natuur.

Heeft jouw hond het echt nodig om te sprinten en los te gaan, maar is het jachtinstinct zeer heftig aanwezig en niet te managen? Neem dan geen risico en zoek een veilig omheind wandelgebied met weinig wild, waar je de hond zorgeloos los kan laten. Soms moet je hier een stuk voor rijden, maar het is het meer dan waard.

Gebruik NOOIT hulpmiddelen die een hond fysieke of psychische schade zouden kunnen toebrengen, zoals bijvoorbeeld een stroomband. (Klik hier om te lezen waarom je hier nooit aan moet beginnen).

3. Ga trainen & wandel interactief
Training kan bij jachthonden een remmend effect hebben op het jachtinstinct. Doordat je de hond iets anders te doen geeft tijdens het wandelen, is hij minder snel geneigd om een “eigen feestje te bouwen” en op jacht te gaan. Leer je hond op een fijne manier oefeningen aan en blijf deze oefeningen herhalen op alle locaties. Geef je hond leuke opdrachten tijdens de wandeling, waardoor je de hond motiveert om met jou bezig te zijn in plaats van met jagen. Belangrijke oefeningen om aan te leren zijn oogcontact, op een plaats wachten en natuurlijk het hier komen, maar ook zoekspelletjes (voertjes zoeken in het hoge gras, bijvoorbeeld) en apporteren kunnen honden erg veel plezier (en afleiding) geven tijdens een wandeling. Honden werken over het algemeen heel graag voor voer en/of spel. Maak hier gebruik van en versterk de band tussen jou en de hond.

4. Goede timing
Leer de lichaamstaal van jouw hond kennen, zodat je kunt inschatten wanneer jouw hond nog open staat voor contact en wanneer het punt aankomt dat de hond ‘in de jacht schiet’. Uiteraard kun je dit niet altijd voorkomen (bijvoorbeeld, wanneer er uit het niets een haas of konijn voor de hond wegschiet), maar vaak verklapt bepaald gedrag van de hond al dat hij zijn focus naar het jagen begint te verleggen (gespannen snuffelen, sluipen, pootje heffen, het draaien van het hoofd om beter te horen, snellere ademhaling, iets verstijfder bewegen, etc..). Zodra je vermoed dat de eerste signalen opkomen, is het verstandig om over te gaan op management en training (invloed uitoefenen, oefeningen in gang zetten of aanlijnen).

Probeer bij het oefenen de signalen vooral goed te timen, op een moment dat de hond nog open staat voor contact en er een grote kans is op slagen. Zodra een hond echt volledig ‘in de jacht schiet’ heeft roepen/signaleren geen zin meer, dan ben je te laat. Een goede timing is dus van groot belang en is tegelijkertijd ook de grootste uitdaging.

5. Belonen, belonen, belonen!
Het kan niet vaak genoeg herhaald worden: beloon de hond voor gewenst gedrag. Jachthonden moeten extra overdreven gemotiveerd worden om bij jou te komen. Ga je wandelen, loop dan ALTIJD met voer op zak. Ik heb het dan niet over droge brokjes, maar echt het lekkerste van het lekkerste (en de hond bepaald wat dat is, dus test eerst de reacties van de hond op diverse lekkernijen). Komt je hond uit zichzelf bij jou ‘inchecken’, geef direct iets lekkers en prijs je hond de hemel in. Roep jij de hond op een goed getimed moment en komt de hond naar jou toe, beloon! Was de hond druk aan het graven en kiest hij er voor om het hol te verlaten om naar jou toe te komen, strooi een hand vol lekkers op de grond. Ga je de hond aanlijnen, strooi dan eerst wat lekkers op de grond en lijn de hond aan terwijl hij het voer eet (grijp nooit naar het tuig van de hond, maar lijn altijd subtiel aan in combinatie met lekkers, om negatieve associaties te voorkomen). Beloon daarna nog een keer voor met jou meelopen. Het kan niet vaak genoeg.

Er wordt vaak geadviseerd om beloningen af te bouwen, omdat honden beter zouden reageren op het principe van de gokautomaat (de ene keer wel prijs, de andere keer niet). Dit kun je proberen, maar mijn ervaring is dat het bij jachthonden met een zwaar jachtinstinct niet zo werkt. Eén keer niet belonen is voor sommige jagers al reden om de volgende keer hun neus op te halen. De buitenwereld beloont namelijk wel altijd. Voor jachthonden adviseer ik alleen het wisselen van de soort beloning (de ene keer geef je iets heel lekkers en andere keren, wanneer er minder afleiding was, geef je iets minder bijzonders), maar blijf belonen. Een jachthond moet zijn leven lang beloond worden voor het komen. Alleen dan heb je kans op een gemotiveerde hond die het terugkomen naar jou leuker vindt dan als een gek achter een haas aan rennen.

Straf een hond nooit voor het niet (op jouw tijd) reageren op jouw signalen. Het enige wat straffen oplevert is schade aan de band die je met de hond hebt. Een hond straffen omdat hij pas na een uur bij jou terugkomt, bijvoorbeeld, is nog steeds een hond straffen voor het komen. Komen wordt daarmee negatief beladen, dus ook al ben je van binnen compleet gefrustreerd, totaal uit je dak van woede of waanzinnig geschrokken, blijf de hond altijd belonen wanneer hij terugkomt.

Het kan een behoorlijke uitdaging zijn, maar vergeet vooral niet om ook te genieten van jachthonden die plezier hebben. Jagen is natuurlijk gedrag en kan in sommige gevallen een heel erg mooi schouwspel voortbrengen. Denk bijvoorbeeld aan een hond die anderhalve meter de lucht in springt en als een vos in het gras landt op de voorpootjes. Ik vind dat persoonlijk erg mooi om te zien.



Woorden-allergie: “Het D-woord gebruik ik niet!”

Training en Gedragstherapie Posted on 20 jun, 2015 14:31


Ik ben groot fan en volger van alle ontwikkelingen die te maken hebben moderne hondentraining en gedragstherapie. Het gaat mij dan vooral om alles wat het welzijn van honden verbetert. Hoe meer ontwikkelingen er op dit vlak zijn, hoe beter het wordt voor honden en hoe meer vertrouwd en hechter de band tussen mensen en honden kan worden.

Je kunt je hier in verdiepen en vervolgens leren en ondervinden dat je àlle honden (ongeacht ras, leeftijd, geschiedenis, etc), werkelijk alles kunt leren wanneer je gebruik maakt van management, motivatie/beloning, goede timing en vrije keuze. Zodra je hier als trainer of therapeut van hebt geproefd, raak je verslaafd en zul je zeer waarschijnlijk niets meer willen weten of horen over hoe je gedrag zou kunnen veranderen of onderdrukken via het gebruik van intimidatie, bedreiging en/of fysieke pijn.

Woorden-allergie
Bij deze wil ik mijzelf en iedereen die jaknikkend meeleest behoeden voor de woorden-allergie die uit deze verslaving aan hondenwelzijn voort kan komen. Wanneer je kennis bezit over het veranderen van gedrag met het welzijn van honden op de eerste plaats, kun je namelijk als bijwerking heel erg allergisch worden voor het gebruik van bepaalde woorden. Het kan zelfs zo heftig tot uiting komen, dat je compleet bevooroordeeld dichtslaat wanneer je die woorden hoort of leest. Welke woorden heb ik het over? Nou, ik zal er hieronder een aantal onder de loep nemen die ik liever niet gebruik. Wanneer je deze woorden kent en je voelt dezelfde reactie, sla mijn bevooroordeelde uitleg onder de woorden dan over, maar lees daarna weer verder, want ik wil daarna nog even een belangrijk punt maken.

Dominantie
Ja hoor, daar heb je het woord weer en ik moet meteen al zuchten…dominantie… Waarom ik daar moeite mee heb? Ten eerste omdat het, 95% van de keren dat ik het lees of hoor, verkeerd gebruikt wordt. Ten tweede omdat ik ècht vind dat deze term inclusief bijbehorende theorie nooit aangehaald moet worden bij training of gedragstherapie. De risico op schade via misinterpretatie is te groot. De grootste negatieve bijwerkingen die aan het woord kunnen kleven zijn:
Het aansturen op een relatie die gebaseerd is op conflict. Klanten die onzeker worden van de boodschap dat ze niet “boven hun hond” zouden staan. Gedrag wordt verkeerd geïnterpreteerd wanneer “dominant” gebruikt wordt als een karaktereigenschap van een hond en de meest schadelijke bijwerking die er aan kleeft: Het aansturen op onderdrukking, angst en agressie, terwijl je voorspelbaarheid ook op een hele andere manier kunt creëren.
Ben je wetenschapper, etholoog of bioloog en bestudeer je groepsgedrag binnen diersoorten? Be my guest, observeer en creëer een voorspelbaar systeem voor jezelf. Beschrijf dier A als dominant in relatie tot dier B, daar heb ik niets op tegen. Echter, ben je trainer of gedragstherapeut, please, laat het los en focus op leerervaringen, leerprincipes, training en gedragstherapie op maat, want wanneer je gedrag gebaseerd laat zijn op leerervaringen, is dominantie niet relevant.

Afleren en corrigeren
Deze mogen van mij bij elkaar gezet worden en direct de prullenbak in. Het gaat mij dan om de insteek. De hele insteek die aan deze woorden kleeft is negatief en dat is gewoon compleet het tegenovergestelde van wat je insteek zou moeten zijn. Verleg je focus naar samenwerken, aanleren en motiveren en dan zul je versteld staan van het effect en de mogelijkheden. Dat je het effect van aanleren en motiveren ook kan interpreteren als afleren van eerder aanwezig ander gedrag en dat je ook kunt corrigeren zonder dat je een hond de fout in drukt, iets vervelends toedient of de hond op enige manier bedreigd of intimideert, daar ben ik mij volledig van bewust, maar dat zijn voor mij geen redenen om deze woorden in te zetten tijdens training of therapie. We gaan een hond niets afleren, we gaan de hond niet corrigeren, nee, de insteek gaat zijn: samenwerken, aanleren en motiveren.

Commando/bevel
Deze woorden impliceren verplichting, het uitvoeren van een opdracht onder dwang. Dat lijkt mij niet een fijne omgang. Ik gebruik liever woorden als ‘signalen’ (“cue”) en ‘vragen’. Als ik Zit zeg en mijn hond gaat zitten, dan is dat omdat ze een associatie gemaakt heeft tussen het woord Zit, gaan zitten en de voorspelling van een prettig gevoel wat daar op zal volgen. Het woord Zit is voor haar een signaal die een oefening in gang zet. Het is niet een bevel en geen commando, het is een geconditioneerd woord.

Baas/Roedelleider/Pack leader
Mijn nekharen gaan overeind staan, want alles aan deze woorden doet mij denken aan dictatorschap en control freaks. Ik ben niet de baas over mijn hond en ik ben niet de leider en dat zal mijn ambitie nooit zijn. Ik werk met haar samen en werk aan een relatie gebaseerd op wederzijds vertrouwen en voorspelbaarheid. Ik loop niet te commanderen, ik geef signalen voor oefeningen die we samen hebben opgebouwd via training op basis van plezier. Als ik iets van haar ben, dan is het een betrouwbaar gezinslid/voogd of begeleider.

Hondenwelzijn – Het zit hem in de definitie
Uiteindelijk is het onverstandig om compleet bevooroordeeld dicht te klappen bij het horen of lezen van al deze woorden. De enige reden dat je dit doet, is door bovenstaande negatieve associaties die JIJ kunt hebben met die woorden. Je hebt er negatieve ervaringen mee, dus dan wil je het vermijden en sluit je jezelf er voor af. Ja, ook wij mensen leren via conditionering, maar gelukkig beschikken wij over een bijzonder groot cognitief vermogen. Wij kunnen relativeren. Wij kunnen woorden plaatsen in een bepaalde context en ik wil iedereen oproepen om vooral open te blijven staan voor anderen. Klap die deur niet meteen dicht, maar kijk naar hoe deze mensen met hun honden omgaan, kijk naar de honden en verdiep je in de definities die de gebruikers zelf hanteren. Het gaat niet om woorden, maar om daden en jouw definitie blijkt vaak een relatief begrip.

De definities die mensen aan deze woorden geven schieten namelijk echt van hier naar daar en wie beweert dat jouw definitie dè definitie is? Sommigen mensen hebben het nog steeds over Commando’s, maar zij trainen ondertussen wel op de meest diervriendelijke manier. Sommigen noemen zichzelf de Baas van hun hond, terwijl ze deze liefdevol begeleiden. Anderen hebben Roedelleider in hun bedrijfsslogan staan terwijl ook zij bezig zijn met het verbeteren van het welzijn van honden en dat is waar het om gaat.

We kunnen beter gezamenlijk werken aan de verbetering van hondenwelzijn, dan dat we allergisch reageren op woorden en direct stoppen met communiceren zodra ze aan bod komen. We zouden niet eindeloos moeten blijven discussiëren over het wel of niet bestaan van dominantie tussen honden onderling en/of honden en mensen, daar gaan we het namelijk nooit over eens worden. Iedereen hanteert zijn eigen interpretaties, het is allemaal zo subjectief. We zouden bezig moeten zijn met het verbeteren van het welzijn van honden. Laat iemand lekker roepen dat zijn hond dominant (Opdringerig? Onzeker?) is, het gaat niet om de term, het gaat om hoe die persoon met zijn hond omgaat. Laat mensen vriendelijk uitpraten en lees goed wat er werkelijk staat.

Voor mijn aandacht geldt: zo lang het naar mijn gevoel honden niet in hun welzijn aantast, lees ik door en luister ik aandachtig verder. Iedereen heeft recht op zijn eigen woordkeuze en zijn eigen interpretaties en definities. Misschien leer je dan nog eens wat van elkaar!